Als de conducteur oproept welk station we naderen en naar welke perrons je kunt voor welke treinen, vraag ik me altijd af of hij of zij thuis op dezelfde manier praat.
‘Beste partner, welkom aan boord van het huis met bestemming Tuimelaar 16. Wij zullen u nog zoenen om 20.00 uur, 21.14 uur en de eindzoen vindt plaats om 22.13. U wordt hierna vriendelijk verzocht over te stappen naar het bed, welke zich bevindt in slaapkamer A. In dit huis is ook iemand van huiscatering aanwezig, die u kan verblijden met warme en koude dranken en diverse versnaperingen. Namens Rover de hond en mijzelf wens ik u een fijn verblijf.’