Lucas en de zee

Lucas had zich nog nooit zo vrij gevoeld. De zee speelde met hem en hij speelde met de zee. Als een dolfijn sprong hij door de golven. Hij voelde het water met kracht langs zijn hoofd stromen, terwijl het schuim als een lawine over hem heen raasde. Hij wist precies welke golven hij moest hebben. De golven die hem lieten vliegen. Die hem optilden en hem meenamen. Dit was een achtbaan, glijbaan en bubbelbad ineen. Als hij de goede kant op mee zwom, kon hij ervoor zorgen dat de golf steeds nét niet omsloeg. Dan kon hij nog langer vliegen. Naast hem krulde de golf wit om en onder hem stroomde het water steeds sneller onder zijn buik door.
Wanneer de golf eindelijk op zijn hoofd omklapte, werd hij ruw onder water geduwd. Met veel meer kracht dan hij had verwacht. Zijn lichaam slingerde rond en hij beukte met zijn schouder op de zandbodem, waar de golf hem vasthield. Hoe lang kon hij zijn adem eigenlijk inhouden? Zodra de golf was uitgeraasd, sprong hij op en hapte naar lucht. De zon brandde op zijn geschuurde huid en het zout tintelde overal.

Lucas en de zee waren goede vrienden geworden. De zee daagde hem uit, verraste hem soms en gunde hem ook de tijd om uit te rusten. Lucas wist niet helemaal hoe híj een goede vriend voor de zee kon zijn, Daar zou hij op een dag vast achter komen.

Nu ging de wind ook meespelen en werd alles anders. Lucas vloog hoger dan hij leuk vond. En het beuken op de bodem werd onvriendelijk hard. Het zout tintelde niet meer, maar brandde op zijn huid. Moest hij gewoon niet bang zijn en hard meespelen? De golven werden steeds hoger. Twee meter, misschien drie? Hij zwom door een golf heen, die zijn schouders liet schudden. Toen hij het water van zijn gezicht veegde en zijn ogen weer open deed, zag Lucas de hoogste golf ooit dreigend op hem afkomen.

2019-04-24T10:55:43+01:00